Restschuldregeling eigen woning verdwijnt per 31 december 2017

In verband met de herstelde woningmarkt is voortzetting van deze crisismaatregel niet meer nodig. Staatssecretaris Wiebes heeft aangegeven dat de regeling daarom definitief per 31 december 2017 stopt.

Restschuldregeling

Op het moment dat een belastingplichtige een huis verkoopt waarvan de hypotheek hoger is dan de verkoopprijs ontstaat er een restschuld. Omdat eind 2012 maar liefst 36% van de hypotheken onder water stond is een regeling in het leven geroepen om de financiering van deze schulden bij de verkoop van de woning aantrekkelijker en gemakkelijker te maken. De hoofdregel bij hypotheekrenteaftrek is namelijk dat alleen aftrek is toegestaan voor gemaakte kosten aan de eigen woning (de woning waarin de belastingplichtige woont) en dus niet die van de vorige woning. In 2013 is de restschuldregeling ingevoerd waarbij ook renteaftrek van schulden die zijn aangegaan ter financiering van de restschuld afgetrokken konden worden. In de praktijk werden deze meestal meegefinancierd bij de aankoop van de nieuwe woning. Door deze restschulden aftrekbaar te maken werden de netto hypotheeklasten lager (er werd immers een deel terug ontvangen via de hypotheekrenteaftrek), omdat mensen daarom een grotere financieringslast konden dragen konden hypotheker (iets) gemakkelijker verstrekt worden.

Afloop in 2017

Volgens cijfers van de staatssecretaris is de woningmarkt inmiddels weer aangetrokken tot een aanvaardbaar niveau en blijkt dat het aantal hypotheken dat onder water staat gedaald is tot 18% eind 2016. Geen reden meer dus om de regeling te verlengen. Bestaande gevallen kunnen de rente gewoon blijven aftrekken zoals de regeling gold op het moment van ontstaan van de restschuld.

Bron:  Rijksoverheid