Onderneemt u vanuit een eenmanszaak, maatschap of vanuit een vof? En genereert u structureel hoge winsten of neemt uw ondernemersrisico de komende tijd toe? In dat geval kan de overgang van uw onderneming naar de BV-vorm relevant voor u zijn en voordelen bieden. Maar let op! Want als DGA van een BV gaat u zichzelf salaris toekennen en loonheffing afdragen. Hut Accountants legt uit wat de consequenties t.a.v. de loonheffingen zijn wanneer u gaat ondernemen vanuit een BV.
Welke 3 aandachtspunten m.b.t. de loonheffingen bij de overgang naar een BV?
Het inbrengen van een eenmanszaak, maatschap of vof in een BV is vaak fiscaal aantrekkelijk. Derhalve gebeurt dit dikwijls op enig moment binnen het kalenderhaar, bij voorkeur met terugwerkende kracht tot 1 januari. Dat laatste is mogelijk als aan een aantal voorwaarden wordt voldaan. Daarbij zijn er echter 3 belangrijke consequenties t.a.v. de loonheffingen die relevant zijn:
- Directe consequenties m.b.t. de loonheffingen bij inbreng van de bestaande onderneming in de BV met terugwerkende kracht;
- Consequenties t.a.v. de werkkostenregeling;
- Consequenties t.a.v. loonkostenvoordelen en afdrachtverminderingen.
Wat zijn de directe consequenties m.b.t. de loonheffingen?
Bij inbreng van een eenmanszaak, maatschap of vof in de BV gedurende het boekjaar maar met terugwerkende kracht, wordt de winst over het hele jaar bij de BV in de vennootschapsbelasting betrokken. Dat betekent ook de winst die tot dan toe vanuit de vorige ondernemingsvorm is gerealiseerd. Zowel het bestaande personeel als de DGA zelf, kunnen echter pas vanaf de datum van oprichting bij de BV in dienst treden. Is dat bijvoorbeeld per 1 april van het lopende boekjaar, dan kan de DGA slechts voor de resterende maanden in de loonheffing binnen de BV betrokken worden.
Wat betekent dat voor het salaris van de DGA?
Vanuit de gebruikelijk-loonregeling aanmerkelijk-belanghouder, dient over de maanden dat de DGA niet op de loonlijst van de BV stond, een qua omvang soortgelijke beloning uitgekeerd te worden onder de noemer ‘resultaat uit overige werkzaamheden’. Dit vormt een kostenpost voor de BV, die pas nadat de DGA formeel in dienst komt, als loonkosten kan worden aangeduid.
Wat betekent dat voor de kosten m.b.t. overige personeelsleden?
Voor wat betreft het overige personeel dat overgaat naar de nieuwe onderneming, is de werkwijze een stuk eenvoudiger. Die overgang naar de BV geschiedt van rechtswege. Het waarborgen van vaststelling van de juiste premiepercentages door de fiscus geschiedt door middel van het formulier ‘Melding loonheffingen overdracht van activiteiten’. De BV geeft het volledige salaris bij de fiscus aan in de maand waarin het voor het eerst door de BV uitbetaald wordt, terwijl de ondernemingen de kosten onderling naar rato moeten verdelen wanneer dit niet per de 1e van die maand geschiedt.
Wat zijn de consequenties t.a.v. de werkkostenregeling?
Bij meerdere inhoudingsplichtigen (vorige onderneming versus BV) in een kalenderjaar, kent iedere inhoudingsplichtige zijn eigen vrije ruimte en specifiek aangewezen vergoedingen en verstrekkingen in het kader van de werkkostenregeling. De vrije ruimte wordt in dat geval per inhoudingsplichtige niet over het gehele jaar berekend, maar slechts over het deel waarop de werknemer op de loonlijst stond. Dit vereist een goede planning in de tijd t.a.v. de werkkostenregeling. Anders kan het namelijk voorkomen dat de vrije ruimte binnen de oorspronkelijke entiteit niet wordt benut en de vrije ruimte binnen de BV over het gedeeltelijke tijdvak juist wordt overstegen. Dit laatste kan dan leiden tot een forse eindheffing.
Wat zijn de consequenties t.a.v. loonkostenvoordelen en afdrachtverminderingen?
Wanneer er een beroep wordt gedaan op loonkostenvoordelen en/of afdrachtverminderingen dan dient daar tijdig aandacht aan besteed te worden. Recentelijk is in dit kader wel juridisch bepaald dat de zogenaamde doelgroepverklaring automatisch overgaat naar de overnemende werkgever. Deze verklaring toont aan dat een werknemer tot een specifieke groep behoort waarvoor een werkgever recht kan hebben op een loonkostenvoordeel (LKV). Daarbij moet wel aan de administratieve vereisten worden voldaan.
Met betrekking tot de afdrachtvermindering voor bijvoorbeeld Speur- en Ontwikkelingswerk (WBSO) ligt dat anders. De BV moet zelf tijdig een nieuwe WBSO-verklaring aanvragen voor het ontwikkelend personeel. Deze aanvraag dient betrekking te hebben op de eerste maand dat het personeelslid in dienst is voor de nieuwe BV. De oude beschikking bij de vorige entiteit kan dus niet worden meegenomen.
Hut Accountants: uw loonadministratie altijd in goede handen
Zoals u ziet raken de dynamiek van het ondernemen, groei en transitie naar een nieuwe bedrijfsvorm alsmede de loonheffingensfeer elkaar meer dan eens. Dit kan leiden tot complexe situaties waarbij u zorgvuldig te werk moet gaan om correct en tijdig op de juiste wijze te handelen omtrent loonheffingen en dergelijke. Om u hierbij te ondersteunen zijn er gelukkig de accountants, belastingadviseurs en salarisadministrateurs van Hut Accountants. Zij kennen de complexiteit omtrent loonheffingen ‘van haver tot gort’.
Neem gerust contact op met hen voor advies of hulp.