Kind elders ingeschreven, geen alleenstaande ouderkorting

Als een kind volgens de gemeentelijke basisadministratie het grootste deel van het jaar elders woont, bestaat voor de ouder geen recht op alleenstaande ouderkorting. 

Het kind in kwestie woonde in 2012 volgens de gemeentelijke basisadministratie (GBA) het geheel jaar in een zelfstandig behandelcentrum. Zijn gescheiden moeder vroeg alleenstaande ouderkorting aan. Feitelijk heeft het kind gedurende het jaar 2012 deels bij zijn moeder en deels in de zorginstelling gewoond. Van vrijdag tot maandag en in de schoolvakanties was het kind bij zijn moeder. De Belastingdienst corrigeerde de aangifte en de korting werd niet verleend.

Hof Den Bosch vonnist dat niet is voldaan aan alle voorwaarden van artikel 8.15 Wet IB 2001 omdat het kind volgens de GBA in 2012 niet gedurende tenminste zes maanden op het adres van moeder stond ingeschreven. De stelling van de moeder dat haar kind in 2012 feitelijk meer dan zes maanden op haar adres verbleef en dat (enkel) dit het uitgangspunt zou moeten zijn voor het recht op alleenstaande-ouderkorting, verwerpt het Hof, aangezien het de uitdrukkelijke keuze van de wetgever is geweest om (ook) een helder, objectief en controleerbaar criterium in de vorm van ‘hetzelfde woonadres volgens de GBA’ als voorwaarde te stellen. Het hof oordeelt dat het niet mogelijk is om in het onderhavige geval van de wet af te wijken. 

Bron: accountancyvanmorgen