WBSO waarschijnlijk lager in 2018

De WBSO wordt in 2018 waarschijnlijk verlaagd. Dit blijkt uit de Kamerbrief  over WBSO van minister Kamp van Economische Zaken (EZ) aan de Tweede Kamer. 

Het percentage van de tweede schijf zakt als het aan EZ ligt naar 14% (nu 16%), en van de eerste schijf naar 31% (nu 32%). Een van de redenen hiervan zijn de jaarlijks stijgende kosten van de WBSO.

Stijgende kosten WBSO en budgetoverschrijding

De kosten van de WBSO nemen jaarlijks toe, door stijgende R&D-lonen en R&D niet-loonkosten, maar ook doordat de totale hoeveelheid van in Nederland uitgevoerde R&D groter wordt. 

Ook is het WBSO-budget in 2016 met € 65 miljoen overschreden. Dit moet worden gecompenseerd in 2018. Daartegenover staat wel € 23 miljoen aan onderuitputting van de RDA uit 2014. Dat moet weer aan het WBSO-budget 2018 worden toegevoegd. Dit leidt tot een incidentele correctie van het WBSO-budget 2018 met € 42 miljoen.

Het beschikbare budget in 2018 is na deze correctie € 1163 miljoen, terwijl de regeling naar verwachting dus € 1242 miljoen gaat kosten in 2018. Kortom: een gat van € 79 miljoen. 

WBSO aanpassen om gat te dichten 

Om dit gat te dichten – en zo de WBSO aan te passen aan het beschikbare budget – wil Kamp de zogeheten parameters van de WBSO aanpassen. 

Uitgaande van de huidige inzichten betekent dit naar verwachting een daling van het tarief van de tweede schijf van 16% naar 14% en een daling van de eerste schijf van 32% naar 31%. Ook andere ingrepen zijn echter mogelijk, zo laat de minister weten. Het kabinet zal in november de parameters voor de WBSO 2018 definitief vaststellen en de Tweede Kamer hierover informeren. 

Gebruik WBSO in 2016 

Inmiddels zijn de definitieve cijfers bekend. Hieruit blijkt dat de verdeling van het budget tussen midden- en kleinbedrijf (mkb) en grootbedrijf na de integratie van de WBSO en de RDA gelijk is gebleven en dat in 2016 64% van het budget naar het mkb is gegaan. Dit is relatief veel omdat het mkb verantwoordelijk is voor slechts 41% van de in Nederland uitgevoerde R&D, aldus Kamp.

Daling aantal gebruikers 

De daling in het aantal gebruikers laat zich volgens de minister deels verklaren doordat de definitie van R&D in de WBSO per 2016 is ingeperkt. De WBSO is sindsdien sterker gericht op activiteiten die de kern van R&D vormen: technisch-wetenschappelijk onderzoek en de ontwikkeling van technisch nieuwe producten, productieprocessen en programmatuur. Het uitvoeren van een analyse van de technische haalbaarheid en procesgericht technisch onderzoek komen niet meer in aanmerking. 

Hogere budgetuitputting 

De budgetuitputting van de WBSO in 2016 is in totaal 5% hoger dan eind 2015 geraamd en komt op € 1208 miljoen. Deze hogere uitputting komt vooral omdat de R&D van bedrijven (aantal R&D-arbeidsjaren) sterker is gestegen dan vooraf voorzien en doordat bedrijven de WBSO-ondersteuning voor de R&D niet-loonkosten (voorheen RDA) beter konden verzilveren dan in voorgaande jaren en daarmee meer gebruik maakten van fiscale ondersteuning van R&D niet-loonkosten (de toegekende R&D niet-loonkosten stegen in 2016 met 7%).